![Interview met Tineke Koopman](https://www.platformlevensverhalen.nl/wp-content/uploads/2024/05/TinekeKoopman1-825x340.jpeg)
Interview met Tineke Koopman
- Op 27 mei 2024
- verhalengroepen
Na 10 jaar is Tineke gestopt als voorzitter van het bestuur van Platform Levensverhalen. Ze ontvangt me in haar prachtige huis vol met boeken en planten, met een geweldig uitzicht op de stad en een heerlijke pecantaart zelfgebakken door haar man, voor een gesprek over haar jaren bij het platform.
Wat waren redenen voor jou om te stoppen?
Het was eigenlijk een combinatie van factoren. Ik zat al ruim 10 jaar in het bestuur, en normaal gesproken mag je volgens de statuten twee termijnen zitten. Elsbeth Kassies en Pauline van Vliet kwamen erbij en daardoor had ik het gevoel dat ik een sterk bestuur kon achterlaten en het stokje kon overgeven. Inmiddels is ook Jolande van Ek erbij gekomen. Dan waren er zaken in de privésfeer die mijn besluit hebben versterkt.
Begrijpelijk. Hoe ben je eigenlijk bij het platform terechtgekomen?
Grappig genoeg kwam ik erbij via een vriendin van mij, die weer betrokken was via een andere vriendin die al actief was bij het platform. Er was een project gaande rondom kinderen uit boerengezinnen, waarbij ze workshops en gespreksgroepen organiseerden. Toen die vriendin van mij werd gevraagd voor het bestuur, heeft ze mij gepolst vanwege mijn netwerkvaardigheden. Na een gesprek met Kor Berghuis kwam van het een het ander.
Je hebt een achtergrond in Engels en geschiedenis, toch?
Ja, klopt. Ik ben begonnen met Engels, maar uiteindelijk was geschiedenis toch meer mijn passie. Dat heb ik via een avondopleiding gedaan en dat combineerde ik met mijn werk, eerst als leraar Engels en later voor de Partij van de Arbeid-fractie. Dat vond ik ontzettend leuk, met m’n neus in de keuken van de politiek. Daar ben ik lang gebleven. Ondertussen heb ik ook nog twee kinderen gekregen. Daarna werd ik bestuursadviseur zorg bij de gemeente Amsterdam, en vervolgens ging ik werken voor een vereniging van cliëntgestuurde projecten voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. Een goed voorbeeld is een groot atelier, Diepwater Collectief, dat op de Rozengracht zit. De gemeente betaalt de huur en geeft soms een kleine aanvullende subsidie maar ze doen praktisch alles zelf. De hele organisatie. Ze krijgen daardoor zelfvertrouwen en houden elkaar in de gaten. Dus het voorkomt medicijnengebruik en opnames. En het voegt veel meer toe ook al is het lastig om dit hard te maken
Valt dat niet te onderzoeken?
Ik heb toen een factsheet geschreven; Het mes snijdt aan twee kanten. Hierin wordt toegelicht dat gemeenten baat hebben bij het voortbestaan en uitbouwen van cliëntgestuurde projecten omdat zij de maatschappelijke participatie van kwetsbare burgers versterken. Het is van belang dat mensen weer kunnen ‘meedoen’. Dergelijke projecten zijn laagdrempelig, relatief goedkoop, bieden kwaliteit en zorgen ervoor dat mensen zich kunnen handhaven buiten de GGZ. Een vorm van preventie die zowel financiële als emotionele ‘besparingen’ oplevert. De projecten bieden veiligheid en onderling respect. Het gevoel ergens bij te horen is van grote betekenis. Destijds werden 7000 mensen per maand bereikt door onze lid organisaties.
Bestaat het nog steeds?
Helaas niet, het werd opgeheven. En toen was het in 2013 afgelopen. Dat is jammer. Vervolgens ben ik gaan werken voor Coalitie Erbij; dat ging over de aanpak van eenzaamheid door het ondersteunen van lokale organisaties om samen te werken en elkaar te versterken. We hielden workshops over wat eenzaamheid is en dat kwam erg overeen met het werk van het platform. Het ging over hoe je een goed gesprek voert, en dat het om luisteren gaat; niet onderbreken. Zodat mensen zich gezien voelen en gehoord. Dat kwam allemaal samen en loopt nu als een rode draad door mijn werkende leven.
Wat is je het meest bijgebleven van je tijd bij het platform?
Wat ik echt waardeer, ook al waren we eenpitters, is de manier waarop we vrijwilligers ondersteunden bij het opzetten van projecten. Door subsidies te bundelen, konden we trainers en projectleiders betalen en vrijwilligers goed faciliteren. Met de juiste handvatten en methodiek. Zo zag ik mensen echt opbloeien. Een voorbeeld daarvan is de gespreksgroep in Wijk aan Zee, waar mensen samenkomen in een café en echt naar elkaar luisteren. Vroeger had je een mondelinge cultuur. Er was geen tv. Nu lijkt het soms alsof we verleerd zijn om echt naar elkaar te luisteren. Het is essentieel om mensen de ruimte te geven om hun verhaal te delen en gehoord te worden. Het is alsof we allemaal ons eigen standpunt willen verdedigen en weinig ruimte laten voor dialoog en andere perspectieven, stilte laten vallen. Ik maak vaak mee dat dit niet gebeurt. Als we daar met het platform iets aan kunnen veranderen, is dat mooi.
Denk je dat dit niet luisteren te maken heeft met de behoefte aan bevestiging van onze eigen keuzes?
Zeker, ik denk dat dat een grote rol speelt. We zoeken allemaal naar validatie van onze eigen overtuigingen en levensstijl. Maar tegelijkertijd kunnen we hierdoor ook kansen missen om van elkaar te leren en open te staan voor nieuwe ideeën. Ik ben wat dat betreft betrokken geweest bij verschillende initiatieven, zoals een ontmoetingsruimte voor vrouwen met een migratieachtergrond en een cultureel centrum in mijn buurt. Deze plekken bieden niet alleen een fysieke ruimte om samen te komen, maar ook mogelijkheden voor educatie, culturele uitwisseling en het delen van verhalen. Het zijn essentiële plekken waar mensen van diverse achtergronden samenkomen en elkaar kunnen ondersteunen, die weinig kosten en heel veel opleveren omdat ze draaien op vrijwilligers.
Vind jij dat de verhalen ook spontaan kunnen komen of heb je echt thema’s en een methodiek nodig?
Ik denk dat laatste. Anders wordt het een soort koffie-ochtend. Er zijn dan altijd mensen die vaker en langer aan het woord zijn dan anderen. En wordt er ook niet echt geluisterd. Je hebt handvatten nodig om door te vragen en de belangrijke zaken naar boven te krijgen en je verbonden te voelen.
Want die verbinding raak je anders snel kwijt?
Ja. En soms kun je je dan eenzaam voelen, zelfs als je omringd bent door mensen. Ik denk dat dat inderdaad vooral te maken heeft met het gevoel van verbinding. Als je je niet begrepen voelt, of als er geen ruimte is voor jouw verhaal in een groep, kan dat eenzaamheid veroorzaken. Het gaat niet alleen om fysieke aanwezigheid, maar ook om emotionele connectie en erkenning.
Wat zijn volgens jou manieren om die eenzaamheid te overwinnen?
Voor mij helpt het om tijd alleen door te brengen en te reflecteren. Maar ook dus het werken aan gemeenschapsprojecten, zoals Platform voor Levensverhalen, brengt verbinding en betekenis in mijn leven.
Hoe heeft het platform zich in al die jaren ontwikkeld?
Het begon als een initiatief om ouderen de mogelijkheid te geven om hun levenservaring met elkaar te delen. Omdat het platform een kleine en dus kwetsbare organisatie was hebben we samenwerking gezocht met andere organisaties, zoals welzijnsorganisaties om meer impact te hebben en nieuwe manieren te ontdekken om verhalen te delen. We waren een Noord-Hollandse organisatie maar we zijn uitgebreid naar Zuid-Holland, Utrecht, Den Bosch; het is wel breder geworden, dat is mooi.
Wat zijn uitdagingen die het platform is tegengekomen?
Het is een behoorlijke klus om de boel draaiende te houden. We hebben periodes gehad waarin het wat stroef liep, vooral door een gebrek aan bestuursleden. Het vinden van mensen die tijd kunnen vrijmaken voor bestuurswerk is niet eenvoudig, gezien iedereen al druk is met werk, vrijwilligerswerk of mantelzorg. We zijn op een gegeven moment een traject ingegaan met de Sesam Academie die ons hebben doorgelicht. En we hebben meegedaan aan het Oranjefonds Groeiprogramma. Dat was voor ons heel intensief en gaf inzicht in de mogelijkheden voor verdieping en verbreding. Sinds 2019 zitten we ook bij de Federatie van Vertelorganisaties, met onder meer Storytelling Centre en Mezrab. Zo kun je elkaar versterken.
Wat vond je het lastigste moment dat je hebt meegemaakt bij het platform?
Dat was toch wel corona. Het was zeker een uitdaging, maar we hebben ons aangepast. Gerdi Keeler heeft dat toen heel goed opgepakt. We zijn overgestapt op online workshops en vergaderingen, wat verrassend effectief bleek te zijn. Maar natuurlijk misten we het persoonlijke contact en de inspiratie van face-to-face bijeenkomsten. Het loopt nu gelukkig allemaal weer.
Hoe zie je de toekomst van het platform?
Ondanks de obstakels, zie ik wel potentieel. We zijn bezig met het opzetten van het Verhalendorp, een ambitieus project dat een bredere impact zal hebben. Ook willen we onze samenwerking met Storytelling Centre en bibliotheken verder uitbreiden. Het idee van cultuur op recept vind ik bijvoorbeeld interessant, waarbij mensen worden doorverwezen naar activiteiten zoals het delen van verhalen als onderdeel van welzijnsprogramma’s.
Hoe zie je jouw rol hierin?
Mijn betrokkenheid blijft. Gelukkig zijn er nieuwe bestuursleden die het stokje overnemen. Ik blijf wel op de achtergrond actief en zal zeker de ontwikkelingen van het Verhalendorp volgen. En wie weet, misschien ga ik wel aan de slag als buddy bij Studio 52nd. Een project waar ik veel potentie in zie.
Wat is dat precies?
Nou, het is een theatergroep die zich richt op het werken met jongeren uit de bovenbouw van basisscholen in Amsterdam Oost. Ze zoeken buddy’s die gedurende 7 of 8 weken met hen werken aan een thema. Bijvoorbeeld, ze krijgen een onderwerp mee en schrijven daar samen een kort verhaal over. Vervolgens wordt er gerepeteerd en voeren ze de sketches uit.
Hoe vaak gebeurt dit?
Ongeveer twee keer per jaar, dus het is best intensief gedurende een paar maanden. Dan zijn er verschillende voorstellingen. En ben je dus (echt) praktisch bezig.
Bij het afscheid van het platform voelde ik me wel wat melancholiek. Maar het is een goed moment om niet meer zo actief te zijn. Je moet stoppen voor de metaalmoeheid toeslaat. Ik heb respect voor Kor Berghuis. Hij doet zoveel als secretaris en penningmeester en houdt het platform echt draaiende.
Dan ben ik nog door al m’n platform-documentatie gegaan. Twee mooie citaten die ik nog tegenkwam en die ik wil meegeven:
‘Mensen moeten zelf kunnen kiezen wat ze willen vertellen’ – Toyo Shibata; en
‘Mensen maken verhalen, verhalen maken mensen’ – Christine Brinkgreve